“You are welcome!”

Samen met Jasper Maas, één van de zendelingen die ik interview, ga ik naar het dorpje Daboya. Hij heeft hier vrienden wonen en we worden hartelijk ontvangen. Gelijk komt een vrouw naar me toe gelopen om mijn tas te dragen. Zoiets blijft ongemakkelijk. Toch geef ik haar dankbaar mijn tas aan. We worden op de beste stoelen neergezet die de familie heeft en krijgen wat water. Wanneer ik zeg water, bedoel ik een vierkanten plastic zakje waar ongeveer een halve liter water in zit. Soms heeft het een beetje een plastic smaak, maar water is in deze hitte altijd heerlijk.

Even later zit ik achter op de motor bij een vriend van de vriend van Jasper. Toen wij kwamen lag de man te slapen. Ik weet niet of hij wat te doen had of niet, maar zodra hij ons zag stond hij op en trommelde wat vrienden op met motoren. Jaspers vriend heeft ons de hele dag op sleeptouw genomen om het dorpje te laten zien. Zoiets doe je nu eenmaal voor vrienden.

Daboya is een dorpje aan de White Volta, een nu nog kleine rivier die straks twee kilometer breed wordt wanneer het regenseizoen begint. Van oudsher komt hier veel zout vandaan, maar ondertussen zijn daar snellere methoden voor. Nog steeds komen mensen van heinde en ver om zout te halen voor traditionele gelegenheden. Dit zout zou geneeskrachtige werking hebben.

Wat nog niet verdwenen is, zijn de vele wevers  in dit dorpje.  Hier wordt het kledingstuk smog van begin tot eind gemaakt. Eerst wordt de wol geverfd in de kleuren blauw of zwart. In diepe kuilen in de grond zit de verf waar de lange draden in gaan om gekleurd te worden. Daarna weven de inwoners van Daboya stukken stof van zo’n tien centimeter breed. Deze dunne stroken worden dan weer aan elkaar genaaid en zo ontstaat een wijd kledingstuk. De smok draagt men niet dagelijks, maar vooral naar feestelijkheden zoals de kerk, een huwelijk of begrafenis.

De wind blaast hard in m’n gezicht als we met 70 km per uur over een klein zandweggetje rijden. Ik kan nauwelijks mijn ogen open houden door de harde wind. In de verte zie ik het volgende dorpje verschijnen. Hier ontmoeten we de ‘fathers’. We rijden al snel langs de kleine ronde lemen hutjes met rieten daken. Een prachtig gezicht vind ik het. Ook nog steeds wat onwerkelijk. De mensen begroeten me enthousiast: ‘You are welcome!’.
Geen van de paters kijkt raar op wanneer we hun middagdutje verstoren. Gelijk wordt ons drinken aangeboden, de beste stoelen neergezet en wordt er oprecht tijd voor ons gemaakt. Het is geweldig om zo een kijkje te nemen in een andere cultuur.

Ondertussen zit ik in een traditioneel dorpje dat zich openstelt voor toeristen. Het ligt aan de rand van de stad Tamale en heet Sognaayili. Ook hier valt de gastvrijheid me op. Er wordt goed voor me gezorgd en overal waar ik kom word ik hartelijk ontvangen. Over een week vertrek ik al naar Nederland, maar tot die tijd voel ik me nog heel welkom, hier in Ghana.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s