17-06-2015 – Als kleine knul vrij krijgen van school en met je ‘motorfiets’ langs de TT-baan zwerven. Henk Bloemsma en Reint Hofkamp herinneren het zich als de dag van gisteren.
,,Henk Bloems- ma, die moet je hebben”, zegt de medewerkster van de VVV door de telefoon. Volgens haar snort de 70-jarige Bloemsma de afgelopen jaren voor de VVV bijzondere oude motoren op die door het hele centrum van Assen worden tentoongesteld. ,,Bovendien is hij misschien al wel 50 jaar vrijwilliger bij de TT en heeft hij overal contacten.”
Dat blijkt. Niet alleen Bloemsma, ook Reint Hofkamp zit een paar dagen later in de woonkamer van eerstgenoemde. Bloemsma nodigde Hofkamp uit, omdat die ook al jaren vrijwilliger is bij ‘de baan’. ,,Samen weet je meer dan één”, is zijn uitleg.
Bloemsma schenkt koffie in. Hij heeft een grote gele trui aan, met rechts op zijn borst het logo van het circuit van het Britse Isle of Man. ,,De eerste keer dat ik naar de TT ging, was ik tien jaar. M’n vader regelde dat het gezin toestemming kreeg van een boer om op zijn weiland naar de races te kijken. En dan ging ik er heen op mijn fiets.” Bloemsma vertelt het met glimmende ogen, alsof hij zo weer op z’n fiets zit. ,,Ik had een tassie mee met brood en drinken. En als je geluk had, dan had die boer daar een kar neergezet met strobalen erop. Dat was een soort tribune. Daar kon je prachtig zitten. Ja…”, verzucht Bloemsma. ,,Zo ging dat toen.”
De 67-jarige Hofkamp veert af en toe op uit zijn stoel om de verhalen aan te vullen: ,, Ik kan me wel herinneren dat we in de TT-week naar de Torenlaan gingen, tegenover het oude postkantoor. Daar stonden we gewoon de hele dag te wachten als we uit school kwamen om handtekeningen te verzamelen.” ,,Ja, van de coureurs!”, vult Bloemsma aan. Hofkamp vervolgt: ,,En dan maakten we een nummer op de fiets, een knijper met een kartonnetje in de spaken en dan was je gewoon een motorrijder hè, in die tijd. Dat deed iedereen.” Bloemsma: ,,Ja, of met een schoensmeerblikkie.” Hofkamp: ,,Ja! Een schoensmeerblikkie achter op de bagagedrager met een touwtje en dat jankte erover. Weet je? Eigenlijk was iedere Asser jongen in die tijd wel een beetje besmet met de TT-koorts.”
Hofkamp: ,,In de TT-week zaten vanaf woensdagmiddag tot en met vrijdag eigenlijk alleen maar meisjes op school.” Bloemsma grinnikt. ,,En dat werd ook nog ‘gedoogd’, weet je wel! Ik heb er later nog wel eens over gesproken met leraren van die tijd en die zeiden: ‘Ja dat wisten we wel. Dat hoorde gewoon bij die tijd’. Dat kun je nu niet meer voorstellen toch?”
Al snel besloten de jongens na de middelbare school om bij ‘de baan’ aan de slag te gaan. In de jaren tachtig was Bloemsma vrijwilliger bij de medische dienst en werkte Hofkamp als ambulancechauffeur bij belangrijke races, iets waar hij nog met veel plezier aan terugdenkt. ,,Weet je wel dat ik daar mijn vrouw heb ontmoet?”
Hofkamp vertelt dat hij altijd een arts en verpleegkundige toegewezen kreeg bij de ambulance. ,,Maar in 1981 kwam er toch een verpleegkundige op mijn auto zitten… in mijn ogen was ze de prachtigste vrouw van de wereld.” De chauffeur en verpleegkundige raakten in gesprek en er was een klik. ,,Ja, je weet wel hoe dat gaat”, vertelt Hofkamp. ,,Van het een kwam het ander, we maakten een afspraakje en daarna kregen we een relatie.” Ze trouwden in 1984.
,,Ik heb misschien wel een triest record”, zegt Bloemsma even later. ,,Ik denk niet dat er iemand op de TT-baan rondloopt die bij meer dodelijke ongelukken betrokken was dan ik.” Bloemsma maakte drie dodelijke ongelukken mee.
,,Ik stond op de Stekkenwal met Riek Taai, zij was ook vrijwilliger bij de medische dienst. Het was de eerste ronde van de TT, een zaterdagtraining, en die jongen komt daar heel mooi en rustig aangereden. De banden waren nog koud, dus hij rijdt keurig buitenom. Toch kwam hij op de een of andere manier te vallen. Het was een heel, heel onschuldig ongeluk.”
Desondanks lag de coureur wel op de baan. ,,Een andere coureur reed over die jongen heen. Het was gelijk fataal. Riek kreeg in de gaten dat het goed fout was en dan kun je eigenlijk niets meer doen. Ze pakte hem bij de hand en zei: ‘Nou jongen, je moeder is er niet bij. Ik ben nu even je moe- der.’ Dat zijn woorden die me heel lang bijbleven. Nu nog. Ja, zoals zij dat deed. Prachtig. Ik denk niet dat je zoiets nu nog meemaakt.”
De koffie is op. Wanneer Bloems- ma terugkomt met twee volle koppen, heeft hij ook een TT-suikerzakje in z’n hand. Niet om in de koffie te doen, maar gewoon om even te laten zien dat hij het zakje al jaren heeft. Hofkamp kijkt ernaar en zegt: ,,Eigenlijk is de TT continu in m’n leven. Het motorsportseizoen bestrijkt een heel jaar. Alleen in de maanden december en januari is op de TT-baan niets te doen, in de rest van het jaar zijn er altijd wel rijvaardigheidstrai- ningen of iets dergelijks.”
Bloemsma: ,,Ik moet wel zeggen: ik was daar vroeger fanatieker in dan dat ik nu ben.” Hofkamp: ,,Ik ben ook niet fanatiek, maar het maakt wel deel uit van mijn leven.” Bloemsma: ,,Ik heb er niet zoveel zin meer in. Ik mis de gezelligheid en de sfeer aan de baan.” Hofkamp: ,,Ja, het wordt wel anders inderdaad.” Bloemsma: ,,Vroeger heb ik wel buikpijn gehad van het lachen.” Hofkamp: ,,Dat is ook niet goed!” Bloemsma: ,,Oh, we hadden de hele dag lol. Maar tegen- woordig is het allemaal zo professioneel.”
Het valt even stil in de kamer, tot Hofkamp zegt: ,,Het was meer een club mensen bij elkaar. En nu zijn het eigenlijk allemaal individuen gewor- den. Vroeger had je bij wijze van spreken aan een blik of een half woord ge- noeg om te weten wat er gedaan moest worden door de ander. Nu moet alles voorgekauwd worden.” Bloemsma: ,,Het teamverband is weg.”
Waar de sfeer van vroeger volgens de mannen nog wel kan worden teruggevonden, is op de racebaan van Isle of Man. Bloemsma ging er afgelopen jaar nog heen. ,,Om het verschil aan te geven: in Assen heb je bestuur- ders van racemotoren en op Isle of Man heb je motorcoureurs. Daar worden openbare wegen afgezet en moet je nog putdeksels ontwijken. Rossi kon het niet hoor!” Bloemsma heeft het over de keer dat meervou- dig winnaar Valentino Rossi een ron- de op de baan van Isle of Man reed, in 2009. De coureur zei veel respect te hebben voor racers die deze baan op volle kracht rijden tijdens een Super- bike. ,,Dat vereist veel moed en on- eindig veel concentratie. Het is compleet verschillend van het soort races dat ik rij.”
Waar de mannen vooral op doelen, is dat de TT van 1925 tot en met 1992 nog werd georganiseerd door de KNMV met medewerking van de Stichting Circuit van Drenthe. Hof- kamp: ,,Het was kleinschaliger; ons kent ons.” Bloemsma doet er nog een schepje bovenop: ,,Tegenwoordig is het zo professioneel en streng bevei- ligd dat je nog makkelijker kan inbreken in de gevangenis in Veenhuizen dan in het rennerskwartier in Assen. Het gaat te ver, de TT is te groot geworden voor mij. Ik zit als publiek lie- ver bij de Superbike dan bij de TT. Daar komt tenminste nog de echte motorliefhebber, zoals vroeger.”
De tijd dat Bloemsma en Hofkamp nog met hun fietsje met de wasknij- per en een stuk karton naar de baan toe fietsten, is volgens hen voorbij. ,,Vroeger namen bouwvakkers nog steigerspullen mee naar de baan, soms zelfs in een kinderwagen”, vertelt Bloemsma. ,,Dan begonnen ze woensdag al met opbouwen en zo kwam er elke dag een verdieping bij. Zaterdag hadden ze daar de hele dag plezier van. Die mannen kwamen al- leen beneden als het bier op was! Tegenwoordig zie ik Assenaren hele tribunes in hun tuin bouwen om samen naar de buis te kijken. Het mag allemaal niet meer, hè. Het is een herinnering.”